Ruim acht jaar geleden meldde ik me voor het eerst aan op Twitter. Dat was een sensationele ervaring. Mijn eerste tweet toen was best een saaie, al werd Lotte Verbeek daarna wel vrij snel een wereldster:
Destijds deed Twitter me denken aan de eerste keer dat ik Cherry Coke dronk. Mijn vader nam het drankje net na de lancering stiekem mee na een werkdag, en blinddoekte me voordat ik het mocht drinken. Om het verrassingseffect te versterken. De spanning was uitzonderlijk.

Diezelfde extreme sensatie ervoer ik ook toen de Nintendo 16-bit uitkwam en die voor het eerst te huur was bij een videotheek in de Blerickse wijk Annakamp. Het was de tijd van Michael Jordan en Cindy Crawford posters aan de muur. Mijn schoolvriendje Barry en ik waren de eerste huurders en speelden twintig uur achter elkaar. Net zolang tot we Super Mario World hadden uitgespeeld. Daarna kwam het briljante Zelda. Maniac Mansion op de Commodore 64. Monkey Island op de Amiga. Je wist als kleine jongen niet wat je overkwam. Iedere keer weer een Cherry Coke-ervaring.

Eens in de zoveel tijd worden je zinnen dus geprikkeld. De komst, maar vooral het eerste gebruik van social media hoort voor mij zeker in die rij thuis. Het verschil tussen Super Mario World en pakweg Twitter of Facebook is echter dat Mario op de 16-bit ook nú nog leuk is, hoe gedateerd ook. Dat kun je van voornoemde social media lang niet altijd zeggen.

In het begin was het zaak te laten zien dat je bestond. Hoe actiever je erin opging, hoe zwaarder je mening kon gaan tellen. Het delen van dingen die jij van al je vrienden het eerst had ontdekt op het web werd een belangrijke tijdsbesteding. Allemaal nog wel leuk en aardig. Klagen over energie- en telefoonmaatschappijen, schelden op Ajax en Geert Wilders of Donald Trump verwensen kwam daarna pas. Facebook en Twitter hebben daardoor hun onschuld verloren. Zelfs goedbedoelde berichten halen tegenwoordig de duivel in mensen boven. Berichten krijgen likes, maar worden net zo vaak vakkundig de grond in geboord. De wereld is er uiteindelijk een stukje minder leuk op geworden, terwijl de voortekenen juist heel positief waren. Zet een bericht op internet –over iets moois of voor jouzelf waardevols– en er is altijd wel iemand die eroverheen zeikt, veel of een beetje.

Ik moet toegeven, ik heb teveel mensen toegelaten op Facebook om nog maar enige controle te hebben over de richting van de reacties. Ze vliegen alle kanten op en tegenover vrijwel alle positieve staan negatieve. Verjaardagen zijn eigenlijk de enige uitzondering. Ik heb nog nooit iemand zien schrijven: ‘Val maar kapot met je taart en die schattige tekening van je kind!’

Door die verharding online merk je dat de toonzetting in kranten ook is veranderd. Papier moest zich met de komst van social media opeens gaan meten met een vreemde nieuwe concurrent. Krantenkoppen verloren meer en meer nuance en dat wordt nu algemeen geaccepteerd. Nieuws moet koste wat kost sensationeel lijken. In iedere ingezonden brief komt tegenwoordig heel duidelijk een vijand naar voren, anders is het niet interessant genoeg voor publicatie. Die vijand wordt standaard afgeserveerd met krachttermen als incapabel, stuurloos, visieloos en meer van dat soort terminologie. Wel heel vaak moeten argumenten aan kracht winnen door één zinsnede: Ik, en velen met mij... De hele wereld wordt erbij gehaald, bijna altijd uit inhoudelijke armoede en een gebrek aan echt geloofwaardige argumenten. Als die truc voorbij komt haak ik direct af. Laat de rest lekker voor zichzelf bepalen of ze hun mening willen ventileren. En of ze de jouwe überhaupt delen. Ik wacht op het moment dat die schrijvers zelf aan het roer van het schip gaan staan. Tevergeefs waarschijnlijk. De alwetenden staan altijd aan wal.

Ik erger me er niet meer zo vaak aan omdat ik er tegenwoordig een geweldige remedie tegen heb: even keihard lachen, de telefoon of krant wegleggen en op een oude console Super Mario World opstarten terwijl ik een glas Cherry Coke inschenk. Een tijdloze en zinnenprikkelende ervaring. Los van de smaak trouwens, want ik, en velen met mij, vinden Dr Pepper eigenlijk lekkerder.

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Ruud Stikkelbroeck (1977) is communicatiespecialist en heeft nog altijd veel affiniteit met media vanuit zijn vorige journalistieke banen bij L1 en Omroep Venlo. In zijn vrije tijd fietst hij graag. Deze voormalige Prins Carnaval en liedjeszanger koestert een grote liefde voor vastelaovend.

Reageren