Dit verhaal moet ergens toe leiden. Het gaat over ons allemaal, over wie we zijn als mensen. Het gaat over de grond waarop wij al zo lang wonen. Over de tijd die we op aarde delen. Waar we ook waren of zijn.

Er huist een vreemd verdriet in mij, al enige tijd. Een aantal weken. Vanaf zaterdag 30 september 2017, om precies te zijn. De dag waarop ik las dat Anne Faber uit Utrecht vermist was. Ik keek naar haar foto, het gevoel van verdriet kroop langzaam in me.

Vermist. De ergste nachtmerrie die je kunt hebben als het om je geliefden gaat: dat je in onwetendheid bent over wáár en wát er met iemand is. In de eerste dagen passeren nog redelijk onschuldige scenario’s de revue: misschien is degene er even tussenuit geknepen of is er een ongeluk gebeurd en ligt hij/zij met geheugenverlies ergens te herstellen in een ziekenhuis. Hoe langer een vermissing duurt, hoe minder rooskleurig de scenario’s worden. En het besef dat je niet weet wanneer, en óf je geliefde nog gevonden wordt, is gekmakend.

Ik heb het van dichtbij meegemaakt, toen jaren geleden de broer van Vriend P. werd vermist. Op vrijdag 19 april 2013, om precies te zijn. De man, getrouwd en vader van vier kinderen, kwam na zijn werk niet thuis. De politie en media besteedden volle aandacht aan zijn verdwijning. Vriend P. en ik lazen het laatste nieuws soms eerder op internet dan dat we het van de familierechercheur hoorden die in deze zaak was aangesteld. Ik zag Vriend P. met de dag stiller worden. En de dag dat het nieuws kwam dat zijn broer gevonden was, begraven in de bossen van Goirle, is met geen pen te beschrijven. Het was dinsdag 14 mei 2013, om precies te zijn.

Een week later zaten we naast elkaar tijdens de crematie. Ik keek hem aan en zag de wanhoop in zijn ogen. Hoe verwerk je het, dat je broer, met wie je een groot stuk van je leven hebt gedeeld, er een dubbelleven op na bleek te houden en als gevolg daarvan de dood vond? 

Niet.

Terug naar Anne Faber. De politie was met man en macht aan het werk om haar te vinden, de vermissing werd breed uitgemeten in de pers. Honderden vrijwilligers zochten mee in het gebied waar ze zich als laatste had gemeld met een selfie aan haar vriend. En toen kwam het bericht dat iemand was opgepakt. Een man, die eerder veroordeeld was omdat hij twee meisjes op een gewelddadige manier had verkracht. Een paar dagen nadat hij was aangehouden, werd Anne dood gevonden. Op donderdag 12 oktober 2017, om precies te zijn. Ik keek naar zijn foto, en het gevoel van verdriet drong door tot in ieder puntje van mijn lichaam en ziel.

Verkracht. De ergste nachtmerrie die je kunt hebben als vrouw: om gedwongen seks met iemand te hebben. Helaas is het zo dat een op de vijf jonge vrouwen tussen de 12 en 25 jaar te maken krijgen met seksueel geweld. In de eerste periode na zo’n gruwelijke ervaring krijgen de slachtoffers last van een schuldgevoel: heb ik iets verkeerd gedaan of aangewakkerd? Het levert vaak grote onzekerheid op over zichzelf, het uiterlijk, het innerlijk. Op termijn zijn de gevolgen voor een vrouw die seksueel geweld heeft meegemaakt ingrijpend op alle facetten van haar leven.

Ik heb het van dichtbij meegemaakt, toen ik jaren geleden na een balletles in mijn eigen huis in Maastricht overvallen en verkracht werd. Op zaterdag 21 juni 1986, om precies te zijn. De man was op een onbewaakt moment vanuit het café waar ik boven woonde, naar binnen geslopen. Hij sleurde me aan mijn haren door het huis onder bedreiging van een mes. De politie had hem binnen een week te pakken en hij bleek een serieverkrachter te zijn. Hoe verwerk je zoiets, als je beseft dat je de dood even in de ogen hebt gekeken?

Niet.

Terug naar Anne Faber. De ergste nachtmerrie die je kunt hebben als ouders: dat je kind sterft. Op het moment dat ik het hoorde, was mijn eerste gedachte:

“Was één Anne F. niet voldoende, God?”

Vroeger dacht ik dat God vanuit de hemel toekeek, minzaam glimlachend om alles wat er op aarde gebeurde. Als het bliksemde, maakte hij foto’s voor zijn eigen plakboek waar hij dan ’s avonds met een vertederde blik doorheen bladerde. Als er al iemand iets naars deed, dan tilde hij deze of gene op een van zijn Michelangelo-achtige wolken om een kleine berisping te geven. En zo was het goed.

Hoe ouder ik werd, des te meer kanttekeningen ik plaatste bij dit beeld. Ik las de Bijbel en vond het een sneu verhaal. De eerste vraag die in me op kwam: “Waar was God toen Eva die verdomde appel at?” Daarna stampte hij ze zonder pardon het Paradijs uit en kregen ze twee zonen waarvan de een de ander vermoordde. Vervolgens bombardeerde God het volk met tsunami’s, insectenplagen, hongersnood en nog meer ellende. De betekenis van het woord God (absolute eenheid) leek een contradictio in terminis: een grotere tegenstrijd in woord is er niet te vinden.

Weer later, nadat ik het dagboek van Anne Frank had gelezen vroeg ik me af of er in de hemel een ploegendienst is. Waarom miste God anders deze en talloze andere essentiële kansen om in te grijpen? Was hij in slaap gevallen, op vakantie, in de disco? Of zat hij aan de koffie, in gesprek met zijn sidekicks Jezus van N, Boeddha S. en Mohammed i.A? Als ik deze vragen al stelde, dan zweeg God zo diep dat ik dacht: “Hij bestaat niet.”

Anno 2017 is het beeld van God in mijn onderzoekende geest helder. Iedereen is met elkaar verbonden, simpelweg omdat we allemaal mensen zijn. We zijn bezig om het beste van ons leven te maken. Toch doen we anderen wel eens verdriet door ons gedrag, en worden we zelf gekwetst door dat van anderen. Wat er in de wereld gebeurt is soms verschrikkelijk. Ieder van ons kan dader en slachtoffer zijn, het ligt maar net aan de keuzes die je maakt. Neem je een hap uit de appel of niet? Kun je wat een ander je heeft aangedaan vergeven of blijf je verbitterd en wil je wraak nemen? Kijk eens om je heen en zeg de woorden: ”Hier ben ik.” De vraag is dan niet meer tegen welke God je spreekt, maar wie er luistert.

Dit verhaal gaat over ons allemaal. Over wie we zijn als mensen en wat we meemaken. Het gaat over de grond waarop we al zolang wonen. Over de tijd die we op aarde delen. Waar we ook waren of zijn. Een intermezzo in de eeuwigheid.

We zijn stil blijven staan,
om elkaar te ontmoeten.

In een voorbijgaand moment.
Een intermezzo in de eeuwigheid.

Wat gisteren was.
Wat morgen zal zijn.

Loslaten,
wat je hebt vastgehouden.

Om in diepe stilte,
weer verder te gaan.

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Luca van Wersch (1967) is niet onder één noemer te vangen. In 1992 kwam ze in Venlo terecht om films te maken. Ze gaf kookles, maakte danschoreografieën en schreef het boek 'Duizend Lijntjes in mijn hoofd', waarin ze fotografie en tekst op een poëtische manier verpakt. In 2008 werd er een tumor in haar hoofd ontdekt. Over alle ervaringen rondom ziek zijn schreef ze blogs voor Media Groep Limburg.

2 reacties

  1. Monique van soest op

    Pff, wat een verhaal. Ook ik heb de broer van P. Gekend. Kippenvel over mijn lijf. Hoe kwetsbaar geschreven. Heel mooi Luca.

Reageren