Het begon ooit in Gent, ergens halverwege de jaren 90. Mijn vrienden en ik gingen een nachtje logeren bij onze zuiderburen. Zomaar, om te kijken hoe het er was. En het beviel ons zo goed bij de Belgen dat we er een traditie van hebben gemaakt. Noem al hun ruige steden maar op, de meeste hebben we wel bezocht. De rest van Europa volgde, en nog steeds trekken we er minimaal een keer per jaar opuit.

Als het aankomt op pure beleving, spant Gent voor mij de kroon. Misschien omdat het de eerste stad was die we als pubers bezochten, maar in ieder geval omdat het een stad is met een positief rauw randje. Historie, water, een boeiende stratenstructuur, kerken, kathedralen, gastronomie, kunst en enigszins rare cafés. Een geweldige combinatie van ingrediënten die deze plek op aarde er een maakt om van te smullen.

Dublin, Valencia, Krakau, Edinburgh, Liverpool, Madrid en München mogen er zeer zeker ook zijn; allemaal steden met een sterk eigen karakter die heel hoog op mijn favorietenlijstje staan. Daarnaast verdient nog een handjevol subtoppers een eervolle vermelding, op te vragen bij de schrijver van dit stuk.

Je kunt -ook al zou je dat willen- niet op iedere stad verliefd worden. Soms is er domweg geen klik. Zo gaan die dingen en dat is ook helemaal niet erg. Er zit dan maar een ding op: uit elkaar gaan. Je pakt je spullen en vertrekt, om nooit meer terug te komen.

Dat het lot daar anders over kan beslissen bleek een paar weken geleden. Stomtoevallig kwam ik -deze keer samen met familie- tóch voor de tweede keer terecht in een stad die álles, maar dan ook echt álles, wat Gent heeft mist. We liepen elkaar tegen wil en dank opnieuw tegen het lijf, Knokke en ik.

Het duurde niet lang voordat ik weer precies wist waarom ik ooit resoluut afscheid had genomen van deze mondaine badplaats, die trouwens binnen een uur rijden van mijn geliefde Gent ligt: van de top naar het dal in minder dan 60 minuten. Alleen Merckx zou dat sneller kunnen.

Voor degenen die er nooit geweest zijn zal ik een paar tipjes van de gescheurde sluier oplichten. Gedeelde smart is immers halve smart, zie het maar als een soort therapie – voor mij dan. Ik ga beginnen met het meest pijnlijke: de zee is niet blauw zoals in St. Tropez. Daar kan Knokke niets aan doen, maar ik ook niet, en het is nog maar het begin van alle ellende. In geen enkele andere stad waar ik ooit vertoefde hebben automobilisten zoveel lak aan voetgangers. Misschien omdat Maserati’s en Porsches stilstaand net iets minder indrukwekkend zijn dan rijdend of omdat ze graag Monaco’tje spelen. Hoe dan ook, ik verwacht niet dat er op korte termijn een Grand Prix van Knokke verreden zal worden. Neem van mij aan, ze geven geen zak om je, alleen om zichzelf. En als het meezit geven ze ook een klein beetje om de blonde vrouw op de bijrijdersstoel die er van een afstandje uitziet alsof ze vroeg in de dertig is, maar als je dichterbij komt twintig jaar extra scoort, ondanks haar opgeblazen lippen, of juist dankzij.

Knokke kent een stratenstructuur waar Georges-Eugène Haussmann jaloers op zou zijn, tenminste als het gaat om het adequate gebruik van een lineaal, voor de rest gaat de vergelijking mank. Voor allure moet je toch echt in Parijs zijn. Mocht je nog steeds niet uit het veld geslagen zijn door Knokkes troosteloze omgeving dan kun je natuurlijk een hapje gaan eten. Geen goed idee helaas, tenzij je graag een extra deel bovenop je hypotheek neemt: de prijs-kwaliteitsverhouding van het eten is zo scheef als een angel. Het zal wel iets met vraag en aanbod te maken hebben, daar heb ik iets over geleerd op het Blariacumcollege, maar twee Garnalenkroketten voor de prijs van een hoofdgerecht bij Valuas in Venlo is ver uit het lood. De trap na komt in de vorm van de smaak, die overstijgt met hakken over de sloot het niveau van zo’n lauwe brok gepaneerde viezigheid die je ’s nachts tegen beter weten in verorbert bij een tankstation.

En dan is er het koningsdrama. Bijna vergeten, ik probeer het te verdringen, vandaar. Parkeren. Er is markt voor een fatsoenlijke en hele grote parkeergarage, beste stadsbestuurders. Een overschot aan vraag en een beperkt aanbod -ik heb goed opgelet- zorgen voor hoge prijzen, maar niet voor een oplossing van het probleem. Misschien blijft iedereen liever in die auto met de prijs van een huis zitten, dat zou kunnen. Mensen die er wel graag uit willen hebben echter het nakijken.

Geloof het of niet, er zijn ook voordelen aan het door God verlaten oord. Je kunt er in iedere winkel truien kopen. En winkels hebben ze heel veel. Knokke is misschien wel de stad met de hoogste truidichtheid van Europa, maar niemand draagt er een, gek genoeg. Ze knopen hem om hun nek. Je snapt dat ik uit de toon viel met alleen mijn t-shirtje. Dat het niet koud was bleek geen criterium.

Het was niet mijn bedoeling om mijn eerste blog tot een klaagzang te maken dus ik ga positief afsluiten. Ik prijs mij gelukkig dat ik in mijn leven veel meer steden heb bezocht zoals Gent. Het kan allemaal zo fijn zijn, inspirerend zelfs. En ik heb mijn goede daad voor deze maand afgevinkt. U weet nu namelijk waar u niet moet zijn. En waar wel. Als je je leven wil verrijken, probeer dan een van de de andere steden die in dit stuk worden genoemd. Die zijn de moeite waard. Ga er logeren, verken ze, sluit ze in je hart! Om daarna terug te komen naar huis. Drinken we samen een biertje op de Parade en proosten we op alle stedentrips die we al gemaakt hebben en nog zullen maken.

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Ruud Stikkelbroeck (1977) is communicatiespecialist en heeft nog altijd veel affiniteit met media vanuit zijn vorige journalistieke banen bij L1 en Omroep Venlo. In zijn vrije tijd fietst hij graag. Deze voormalige Prins Carnaval en liedjeszanger koestert een grote liefde voor vastelaovend.

3 reacties

  1. Ruud Stikkelbroeck op

    Ja, schande eigenlijk dat ik daar nog nooit ben geweest Aad! Inkopper eigenlijk. Dankje voor de wederbewustwording. Kiev. Ook een goede tip. Zou ik niet meteen aan denken.

  2. Moeï Ruud maar auk Ierlik geschreven. . Ik zoel zegge gank ens nao Kiev Oekraïne… moeie stad met ein heftig verleden en ein drang van de jeugd nao ein schoëne toekoms.

Reageren