Ik zat laatst op een Siciliaanse wc. Een eindje verwijderd van mijn vakantiehuisje. De groene deur van het kleine toilethokje kwam tot twintig centimeter van de grond. Je kon zo mijn teenslippers zien en mijn gefrommelde korte broek tot op mijn enkels. De bijna volle toiletrol hing links van me. Op een gammel haakje.

Bij het afrollen ging het mis. De rol glipte van de houder. Ik hield het laatste velletje nog in mijn hand, maar het andere deel van de rol koos haar eigen pad. Onder de deur door naar buiten. Geen houden meer aan. Vanaf de zanderige helling naar beneden en -voor zover ik kon zien- in de richting van mijn huisje.

Ik vroeg me meteen af of de volledig afgewikkelde wc-rol mijn vakantieoptrekje zou halen. Een eerste inschatting daarvoor was redelijk gauw gemaakt. De binnendiameter van het kartonnen rolletje gokte ik op vier centimeter en de buitendiameter van de wc-rol op ongeveer veertien. Ik klemde een stapeltje van vijf losse velletjes tussen mijn vingers. Dat was samen één millimeter. Eén dun velletje is dus zo’n 0.2 millimeter dik. Dat betekent dat het pakket toiletpapier tweehonderdvijftig vel dik is. De buitenomtrek van de toiletrol is ruim 40 centimeter. Voor de wiskundigen onder ons, π maal 14 cm. Dan wordt de lengte tweehonderdvijftig keer veertig centimeter. Dus dat gaat vrij hard. Ik kwam zittend in mijn hokje uit op 100 meter. Dan haalde de wc-rol makkelijk het vakantiehuisje. Als het tenminste de goede richting kon blijven houden.

Maar… bij het afrollen wordt de rol zelf steeds kleiner. Oeps. Om precies te zijn, de diameter neemt bij elke afwikkeling twee veldikten af. Dat maakt de berekening toch wel wat lastiger. Met een potloodje en een paar velletjes die ik nog in mijn hand had sloeg ik aan het rekenen en kwam uit op een elegante formule. Ik zal u de details besparen:
…waarbij L de lengte is van alle velletjes achter elkaar op de hele wc-rol, D de buitendiameter en d de binnendiameter en T de dikte van een velletje. Ingevuld kwam ik uit op 70 meter. Dat leek me overigens meer in de richting. Ik rekende alles nog eens door. Voor de zekerheid. Totdat er op de deur geklopt werd.

Een hoogstwaarschijnlijk mooie Siciliaanse vroeg schoorvoetend of ik hulp nodig had. Ik aarzelde om haar te vragen naar de lengte van de slinger toiletpapier buiten mijn toilethokje. Dat was wat al te gênant en bovendien schiet mijn Italiaans daarin toch echt tekort. Een spannende stilte volgde. Ineens kwam de wc-rol -provisorisch opgerold- onder de deur door tevoorschijn. Zonder woorden. Ik bedankte haar zittend op de pot en al pratend tegen de groene deur. Haar zwoele stem zei nog iets wat ik niet goed kon verstaan. Daarna hoorde ik haar weifelend weglopen over het zanderige grindpad. Toen alles stil was ben ik naar buiten gegaan en naar mijn huisje gewandeld.

In het huisje heb ik de hele rol nog eens uitgelegd en de lengte ervan opgemeten. Waarbij ik die paar velletjes die ik verbruikt had ook erbij opgeteld heb. Ik kwam uit op slechts veertig meter. Veel minder dan ik had berekend. De Siciliaanse was dan niet vanaf de kokosmat voor mijn vakantievoordeurtje begonnen met oprollen en ik had een droog velletje dus toch te dun ingeschat. Nog steeds benieuwd naar de werkelijke dikte rekende ik het terug vanuit de totale lengte van de rol. Eén velletje, mits niet te strak en lekker luchtig opgerold zoals op de oorspronkelijke wc-rol, is ongeveer 0,35 millimeter dik.

En de mooie Siciliaanse? Die heb ik nooit gezien.

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Rom van Strijp (1959) is werkzaam als international learning consultant bij Océ. Hij studeerde Electrotechniek aan de TU Delft. Woont sinds 1984 in Venlo. Hij is al 25 jaar vrijwilliger bij het Zomerparkfeest, waarvan negen jaar als voorzitter. In zijn vrije tijd is hij cultureel betrokken in de stad Venlo, speelt hij zaalvoetbal en saxofoon in een bandje.

2 reacties

Reageren