Vroeger wilde ik prinses worden. De eerste keer dat ik deze majestueuze gedachte kreeg herinner ik me als de dag van gisteren: het was februari 1974. Ik was voor het jaarlijkse tandartsbezoek uit mijn middagdutje gerukt en lag half slapend, met een duim in mijn mond, tegen mijn zus aan. In de wachtkamer hing de typische geur van ontsmettingsmiddel en angstzweet, het geluid van de boor drong vanuit de verte tot me door. Slaperig om me heen kijkend viel mijn blik op een tijdschrift. Zachtjes mompelend probeerde ik de letters S,T,O,R en Y te spellen. Ik wist niet dat de Story een roddelblad was, geschreven voor huisvrouwen die weinig tot niets lazen en waarin alleen woorden van twee lettergrepen voorkwamen. Toen ik het tijdschrift opensloeg, miste ik de kop Uit het schoolleven van de jonge prins Willem-Alexander volledig; ik had uitsluitend oog voor de blonde lokken en het blozende gezicht van een jongen van mijn leeftijd. En was verkocht. ‘Later als ik groot ben word ik prinses’, besloot ik, en in gedachten droomde ik Vriend Prins en mij voor altijd bij elkaar.

In de loop der tijd volgde ik het leven van Vriend Prins met een zekere regelmaat. Met plaatsvervangende trots hoorde ik hem ten overstaan van alle hermelijnvlooien de legendarische woorden ‘Alle Nederlandse pers opgerot!’ schreeuwen. Ik was iets minder enthousiast toen hij de bijnaam ‘Prins Pils’ kreeg, maar goed, van je aanstaande heb je zo links en rechts iets te accepteren, toch?

Inmiddels wist ik dat een prinses een uitkering van het Rijk ontvangt die het predicaat ‘ruim zakcentje’ wel verdient. Voor 1.529.000 euro op jaarbasis wilde ik dat klusje best klaren. Tel daarbij op dat Vriend Prins jaarlijks ook een sommetje van 5.647.000 euro krijgt, dan zou ik als Prinses op rozen zitten, bedacht ik. Een doorntje links of rechts, ach, daar draaide ik mijn hand niet voor om. Zijn vriendinnen Pamela, Paulette, Yolande, Barbara, Frederique en Emily bekeek ik dan ook met een schampere blik. ‘Dat zijn geen blijvertjes’, dacht ik, en voor de spiegel oefende ik verder op het perfectioneren van een innemende glimlach en bijhorend wuifgebaar.

Met de komst van Máxima en de trouwerij die daaruit volgde, leek er een stevige doorn in mijn carrière als prinses te zijn komen zitten, toch droomde ik ruim zestien jaar gestaag voort over mijn leven aan de zijde van Vriend Prins. En toen brak Dramatische Dinsdag aan…

Datum en tijd: 27 november 2018, 9.08 uur

Locatie: VieCuri MC Venlo, verpleegafdeling K4

Doel: de Leesmap scoren

Met een getergde blik liep ik, steunend op de infuuspaal, door de gang heen en weer. De man van de Leesmap die de tijdschriften ALTIJD op dinsdag om 9 uur kwam vervangen, was te laat. De medepatiënten hadden zich vanwege mijn woeste blik sidderend van angst onder hun bedden verstopt en ook in de zusterkamer was het angstaanjagend stil. Toen de Leesmapman in pure onschuld uit de lift kwam, griste ik zijn handen leeg, nog net een prinsesselijk ‘dank je wel’ mompelend en strompelde met mijn tijdschriftenprooi naar bed. Vertederd las ik een stuk over Vriend Prins, die iedereen had verbaasd door co-piloot te zijn op een vlucht van Amsterdam naar Istanbul. Op de bijhorende foto keek hij met een grote grijns door het raam naar buiten, ik glimlachte op mijn innemende en delicate wijze terug naar het plaatje. Terwijl ik beminnelijk naar hem zwaaide, bekeek ik de foto wat beter. Ik fronste, kneep mijn ogen dicht en sperde ze weer open. Zag ik dit nu goed? Vriend Prins had een heel raar kapsel en zijn gebit zag er ook niet al te best uit. Bovendien had hij een zweethoofd. En een opgeblazen gezicht. Mijn buurvrouw, die inmiddels onder haar bed vandaan was gekropen, reikte haar leesbril aan en ik keek nog een keer naar de foto.

MIJN.PRINS.
HAD.IDIOOT.HAAR.
EN.LELIJKE.TANDEN.
EN.EEN.RARE.LACH.

Hoe kon het, dat ik dit in al die jaren niet had gezien? Ik wilde ineens geen prinses meer zijn en deze gedachte voelde als een groot verlies. Razendsnel trokken emoties als ontkenning, woede en verdriet door me heen. Volgens de psychiater Elisabeth Kübler Ross zou ik daarna nog te maken krijgen met de emoties ‘onderhandelen’ en ‘aanvaarden’. Ik ken mijn eigen brein echter als geen ander en wist dat ik moest ‘handelen in vaart’. Ik maakte een plan.

Datum en tijd: 27 november 2018, 17.23 uur

Locatie: alle afdelingen waar de Leesmap lag

Doel: heel VieCuri MC te verlossen van die lelijke foto van mijn ex-Vriend Prins

Voor mijn snode plan had ik Handlanger Een (alias Kind Drie) ingeschakeld. Terwijl ik in een rolstoel zat duwde ze me door de gangen van het ziekenhuis, zoveel mogelijk afdelingen langs waar een Leesmap lag. Ik haalde het gewraakte roddelblad er steeds uit en verstopte het onder de zitting van mijn stoel. Bij de eerste de beste prullenbak die we tegenkwamen, knikkerde ik het weg. Snikkend van het lachen vervolgden we dan onze weg. In de loop der dagen kreeg ik overdag hulp van Handlanger Twee, wiens naam ik écht niet kan noemen, vanwege zijn/haar onbeschreven verleden.

Na een week was het ziekenhuis ‘roddelblad-vrij’ en mijn gemoed tot rust gekomen. Ergens in het ziekenhuis had ik op een piepklein stukje muur met een zwarte stift de woorden:

Prinses Luca was here

geschreven, ter afsluiting van mijn gedroomde carrière als Prinses.

En ze leefde nog lang en gelukkig.

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Luca van Wersch (1967) is niet onder één noemer te vangen. In 1992 kwam ze in Venlo terecht om films te maken. Ze gaf kookles, maakte danschoreografieën en schreef het boek 'Duizend Lijntjes in mijn hoofd', waarin ze fotografie en tekst op een poëtische manier verpakt. In 2008 werd er een tumor in haar hoofd ontdekt. Over alle ervaringen rondom ziek zijn schreef ze blogs voor Media Groep Limburg.

1 reactie

Reageren