Natuurlijk is én blijft de Venloop het mooiste hardloopevenement van het westelijk halfrond, een tekst die ik zonder schroom – maar met een vette knipoog – uitspreek. Voor zowel de deelnemers als de vele enthousiaste toeschouwers is dit evenement ieder jaar weer een enorm spektakelstuk. Ik mocht er dit jaar tijdens de halve marathon weer bij zijn, om ouderwets te genieten, maar vooral ook om op een gezonde manier stevig af te zien en uiteindelijk te arriveren in de meest sfeervolle finishstraat van Nederland: de Parade in Venlo. Elk jaar opnieuw een ultiem kippenvelmoment vanwege de dikgepakte rijen toeschouwers die de deelnemers met luide aanmoedigingen en gezangen over de finish dragen.

Contrast
Afgelopen jaar verscheen ik aan de start bij de halve marathon van Pyongyang, de hoofdstad van “The Democratic People’s Republic of Korea”, beter bekend als Noord-Korea. Een groter contrast met mijn ‘thuismarathon’ is bijna niet denkbaar.

Velen van jullie zullen zeggen: “Er zijn toch wel fijnere oorden om te gaan hardlopen?” en “Pas maar op, straks houden ze je daar nog vast”.

Natuurlijk zijn er exotischer en vrediger landen om te gaan hardlopen. Maar toch, deelnemen aan deze marathon bood mij de unieke gelegenheid om kennis te maken met het laatste Stalinistische bolwerk. Die kans wilde ik niet laten liggen.

Noord-Korea A

Deelnemen aan deze marathon bood mij de unieke gelegenheid om kennis te maken met het laatste Stalinistische bolwerk.

Close finish
Onder het regime van de huidige leider – of liever gezegd despoot – Kim Jong-un, worden westerlingen slechts onder strenge voorwaarden toegelaten. Desondanks kreeg ik groen licht om het land te mogen bezoeken. Een visum en andere formaliteiten werden zowaar snel geregeld: niets leek mijn reis in de weg te staan.

Niets leek mijn reis in de weg te staan. Het ebola-virus gooide roet in het eten. Vanwege dat dreigende gevaar sloot het regime volledig onverwacht zijn grenzen. Dat ik niet uit Afrika kom, waar het virus welig tierde, maar een Noord-Europaan ben was geen reden om me toch toe te laten. De grens zat potdicht.

Het zag ernaar uit dat ik mijn bezoek aan Noord-Korea, en daarmee deelname aan de halve marathon, wel uit mijn hoofd kon zetten. Tot ik op het állerlaatste moment bericht kreeg: “You’re welcome mister, to join the Pyongyang Marathon 2015.” De reden dat ik alsnog welkom was? Daar mocht ik naar gissen. In het ongewisse gelaten worden is niet heel ongebruikelijk wanneer je met Noord-Korea van doen hebt. Toch was ik bijzonder blij deze belevenis alsnog te gaan meemaken. Een close finish!

Via Beijing
Je kunt Noord-Korea alleen maar binnenkomen via China. Vanuit het andere buurland, Zuid-Korea, is het absoluut onmogelijk. Hoewel er tussen Zuid- en Noord-Korea al sinds 1953 een wapenstilstand geldt, zijn de beide landen namelijk officieel in oorlog. Zodoende vloog ik via Helsinki allereerst naar het Chinese Beijing. Uitkijkend naar dit wel heel bijzondere avontuur nam ik me voor open te staan voor alle onverwachte ervaringen.

Beijing is met ruim 20 miljoen inwoners een imponerende stad. Een metropool bedekt onder een verstikkende laag smog. Andere koek dan het gemiddelde Maasdorpje. Mijn eerste opdracht was een bezoek aan reisbureau Koryo Tours, waar we werden voorzien van het 14 pagina’s tellende boekwerkje “Notes for Travellers”, ofwel de do’s and don’ts voor Noord-Korea-reizigers. Een waslijst aan regels, tips en dringende adviezen. Geen bedrijfslogo’s op je hardloopkleding. De Nederlandse vlag op je shirt? Niet doen. Tijdens de wedstrijd geen iPod, camera of gps-horloge bij je dragen. Kortom, er mag helemaal niks.

Noord-Korea C

Het stadion was ondanks het vroege tijdstip gevuld met tienduizenden toeschouwers.

Blufpoker
De vlucht van Beijing naar Noord-Korea verliep vlotjes. Dat vlotte was er echter snel vanaf bij aankomst op het vliegveld van Pyongyang. Het duurde niet lang voor het eerste probleem zich aandiende. Mijn bagage werd zeer grondig gecontroleerd door een Noord-Koreaanse douanier. “Mister, you are not allowed to bring this gps-watch into our country”, zei hij. Zijn aandoenlijke accent deed niks af aan de boodschap.

“Dus niet alleen geen gps-horloge tijdens de wedstrijd”, dacht ik geschrokken. In dat horloge zit ook een hartslagmeter, het is mijn toerenteller tijdens het hardlopen. Ik trakteerde de dienstdoende beambte op mijn meest onschuldige blik, maar hij gaf geen krimp. Dus wat nu? Inleveren dan maar? Nee. Geen optie. Ik besloot te bluffen.

“I need this watch for a medical reason, it controls my heartbeat”, zei ik, mijn beste pokerface opzettend. De blik van de Noord-Koreaan sprak ook boekdelen: wantrouwen. Maar goed dat mijn horloge niks aan het meten was op dat moment, er zou al snel weinig gebleken zijn van welke hartkwaal dan ook. Er werd een tweede mannetje bijgehaald en een derde en uiteindelijk zelfs de baas. Die was not amused, maar koos eieren voor zijn geld: “Don’t use the gps, mister, it’s strickly forbidden”. Het vooruitzicht een dode westerling op zijn geweten te hebben deed hem passen. Ik won de hand.

Klaar voor de start? Af!
De volgende ochtend. Zondag 12 april 2015. De dag van de wedstrijd. Ik was vroeg uit de veren, nam snel een ontbijt en klokslag halfacht ging ik op weg naar het Kim Il Sung stadion waar al om halfnegen het startschot zou klinken. Het stadion was ondanks het vroege tijdstip gevuld met tienduizenden toeschouwers. Een indrukwekkende ervaring! Samen met 650 amateurlopers vanuit heel de wereld maak ik een ereronde langs de tribunes. Ook hier een kippenvelmoment, maar heel anders dan in Venlo. “Dit is wat Olympische atleten voelen wanneer ze het applaus van die tienduizenden over zich heen laten komen”, bedacht ik met mijn gps-horloge om mijn pols. Al die eenzame momenten van keihard afzien tijdens de trainingen, zijn het plots waard. Hier doe je het allemaal voor!

Wordt vervolgd… (Lees hier deel 2)

Noord-Korea B

Samen met 650 amateurlopers vanuit heel de wereld maak ik een ereronde langs de tribunes.

Fotografie © Peter Keijsers

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Peter Keijsers (1954) was dertig jaar lang tandarts met een eigen praktijk in Arcen. Nu wijdt hij zich al enkele jaren volledig aan de muziek. Dat doet hij als producent, maar ook als muzikant van onder andere de Venlose band Colney Hatch. Nepal (Azië) beschouwt hij als zijn tweede vaderland, nadat een studiereis naar dit land zijn kijk op voeding, carrière, democratie en geneeskunde volledig overhoop haalde.

Reageren