Ruim twee jaar geleden dacht ik: ‘Zo, het gaat goed hier in huis, tijd voor een hond.’ Kind Een en Twee waren naar alle tevredenheid aan het studeren, Kind Drie zette haar eerste stappen op de middelbare school en Kind Vier en Vijf waren drukdoende het laatste jaar van de lagere school af te ronden. We wilden al heel lang een viervoeter toevoegen aan ons turbulente gezinsleven, en dit was het moment. Ik snuffelde links en rechts op internet, het liefst wilden we een puppy, maar dat bleek niet haalbaar. Puppy’s mogen niet traplopen, en ons huis telt door het dubbele trappenhuis bijna honderd treden. Al snel kwam ik uit op de pagina van Happy Dogs Maspalomas, een organisatie die zich bezighoudt met het opvangen van honden in nood, op het eiland Gran Canaria in Spanje. 

De manier waarop ze op in Spanje omgaan met honden is voor ons Nederlanders, waar de hond een onderdeel van het gezin is, onbegrijpelijk en bijna onbeschrijflijk. Omdat de overheid er geen regels voor heeft, worden veel honden zonder pardon op straat gezet: pups belanden vaak (met of zonder moeder) in een kartonnen doos bij het grof vuil. Als ze ‘geluk’ hebben worden ze gedumpt in een perrera, ofwel ‘dodingsstation’. In deze Spaanse variant van wat wij een asiel noemen, worden honden opgesloten in veel te kleine hokken, waarin ze moeten eten, drinken en hun behoeften doen. Als er een paar vrije dagen voor de deur staan, en in Spanje hebben ze nogal wat katholieke feestdagen, krijgen alle aanwezige honden vooraf een dodelijk spuitje om vervolgens achter de perrera op een grote hoop gegooid te worden. Overigens is Spanje niet het enige land in Europa dat dit soort walgelijke praktijken toepast.

Kijkend naar de foto’s op de website van Happy Dogs Maspalomas, zag ik een prachtige jachthond die met een trieste blik vanachter de tralies de wereld in keek. Mijn hart brak, en ik gaf de organisatie opdracht om hem op tijd vrij te kopen uit het dodingsstation en op transport naar Nederland te zetten. Om de honden vanuit Gran Canaria in Nederland te krijgen, is de organisatie afhankelijk van vrijwilligers die hun ‘kofferplek’ afstaan voor een bench waarin de hond vervoerd kan worden. 

Op 27 december 2017 was het eindelijk zover: ik mocht de hond ophalen van Schiphol. Het was een onvergetelijk moment: eenmaal uit de bench liep hij direct op me af, legde zijn kop in mijn hand en krulde zich tegen me aan, op een manier die hij tot op de dag van vandaag nog steeds doet. Ik besloot hem Totó te noemen, naar de hoofdrolspeler uit Cinema Paradiso, de Italiaanse filmklassieker uit 1988.

Thuis werd duidelijk hoe groot de impact van zijn leven in de perrera, het dodingsstation, was geweest. Door zijn opsluiting had hij geen kracht meer in zijn achterpoten: ik droeg hem de trap op en liet hem slapen in de woonkamer. Totó reageerde angstig en agressief naar mensen die petten of capuchons droegen, of iets in hun hand hadden. Zowel de Soepbusjongens, met hun hoofddeksels en grote soepketel, als Moeder (die  door huis liep met stofzuiger, strijkplank en andere attributen) werden getrakteerd of stevig geblaf en gegrom. Als we buiten gingen wandelen, drukte Totó zich altijd tegen de muur aan, alsof hij de ‘geborgenheid’ van zijn kooi zocht.

Nadat ik een week bij hem in de woonkamer op de bank had gebivakkeerd, besloot ik een nachtje in mijn eigen bed te slapen. Vroeg in de ochtend werd ik wakker door het opgewonden geschreeuw van de kinderen, en een langgerekte ‘Oooooooooh!’ De woonkamer was veranderd in een Vlokkenparadijs: van de antieke stoel was weinig overgebleven, evenals van het grijze kussen waarop hij sliep. Hij had alles, maar dan ook werkelijk alles kapot gescheurd. Zuchtend ruimde ik de boel op, mezelf afvragend welke ondeugende hondenstreken hij nog voor me in petto had.

Het leven met Totó is er met de dag leuker op geworden. De hond is gewend geraakt aan een leven in vrijheid, en heeft zijn plek gevonden. Totó vindt het bijvoorbeeld fantastisch om de ochtendtraining van Kind Vier en mij te verstoren. Als we om zes uur in de ochtend op onze mat ploffen om Pilates of andere danstraining te doen, gaat hij met een ondeugende blik tussen ons in liggen en bij elk been dat we strekken, blaft hij zachtjes of legt een poot precies op de plek waar dat been weer moet landen. Als ik hem naar de mand verorden, houdt hij me nauwlettend in de gaten en schuift telkens een stukje dichterbij, totdat hij met een duivelse blik zijn poot weer op de mat legt. 

Zijn enthousiaste manier van begroeten is ook een feest: al ben ik maar vijf minuten weg, zodra ik de sleutel in het slot steek rent hij als een dartel hertje de trap af, springt dan met vier tredes tegelijk omhoog om vervolgens in de keuken zijn bak water met veel kabaal leeg te drinken. ’s Avonds loopt hij vrolijk kwispelstaartend en met zijn hele lijf schuddend de trap op, denkend dat we gaan slapen, om aansluitend met hangende oren weer naar beneden te komen als hij merkt dat ik in de waskamer blijf. Dan gaat hij mismoedig bij me liggen, met zijn knuffel Popje spelend, terwijl ik was nummer drie en vier van die dag ophang.

Laatst maakten we een grote wandeling en kwamen eenzelfde rashond tegen, een vrouwtje. Ze waren zó lief aan het spelen, dat ik wegdroomde en voor me zag hoe ik nog een hond uit Gran Canaria zou adopteren, een vriendinnetje voor Totó. En dan noem ik haar…

Tutú

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Luca van Wersch (1967) is niet onder één noemer te vangen. In 1992 kwam ze in Venlo terecht om films te maken. Ze gaf kookles, maakte danschoreografieën en schreef het boek 'Duizend Lijntjes in mijn hoofd', waarin ze fotografie en tekst op een poëtische manier verpakt. In 2008 werd er een tumor in haar hoofd ontdekt. Over alle ervaringen rondom ziek zijn schreef ze blogs voor Media Groep Limburg.

5 reacties

  1. Hans Pasman op

    Dit verhaal heb ik als eerste uitgekozen, ben net een uur terug van het weekend bij het gezin van mijn zoon. Waarom dit verhaal? Het was het verhaal dat je in de bus en trein aan mij vertelde. Enorm onder de indruk was ik, in deze zo vervelende tijd kan het dus nog gewoon voorkomen, een gesprek tussen twee mensen die elkaar totaal niet kennen. Na ruim een jaar quarantaine heb ik ontzettend genoten van je gezelschap, zoals ik ook ontzettend genoten heb van je fijne, boeiende, hartverwarmende wijze van je gedachten aan papier toevertrouwen. Erg mooi. Dank je wel!! Zal de overige verhalen met plezier gaan lezen.

  2. Hans en Ria van Wersch op

    Landgraaf, 30 september 2019. Wij verheugen ons er telkens op als Toto bij ons komt logeren. Hij maakt ons blij met zoveel dingen o.a. met zijn enthousiasme als hij ziet dat wij de riem pakken om hem uit te laten, Dan springt hij wel een meter omhoog, legt zijn poten op onze schouders, geeft hier en daar een vriendschappelijk duwtje…en trekt je daarna met een enorme vaart de deur uit! Fijn, dat zo’n dier zoveel liefde en vrolijkheid kan geven aan mensen, Dit zijn maar een paar belevenissen hoe je als mens en dier met elkaar kunt omgaan.
    Zo is het helaas niet altijd! Hans en Ria van Wersch.

  3. Leon Clabbers op

    Weer ontroerend mooi en eerlijk, bedankt Luca..

    “Een thuis zonder hond is slechts een huis”
    .
    Leon en Nicoline, honden- en vooral teckelliefhebbers

Reageren