Met Kerst gaan we allemaal een beetje dood. Om vervolgens te worden herboren in een onveranderd egocentrische, hypocriete wereld.
De Kerstdagen staan weer voor de deur. Een periode waarin we terugblikken op het verleden en reflecteren op ons eigen handelen. Wat ging goed, wat ging slecht en wat kon beter? Hebben we onze voornemens waargemaakt? Een tijd ook waarin we even beseffen wat we allemaal hebben. Een dak boven ons hoofd, eten op tafel, en familie en vrienden waarmee we dat kunnen delen. Nee, zo vanzelfsprekend is dat toch allemaal niet. Het zijn de – zonder meer waardevolle, maar helaas dikwijls tijdelijke – inzichten die horen bij het jaarlijks terugkerend ‘stervensproces’.
2014 was, mondiaal gezien, een rampjaar. De situatie in Syrië, Irak, Palestina en Oekraïne (om maar wat te noemen) laat eens te meer zien dat een paradijs op aarde nog altijd ver weg is. De trauma’s die deze oorlogen achterlaten hebben niet alleen een enorme impact op het hier en nu, maar sudderen nog lang door in het collectief bewustzijn. Ik ervaar het zelf, als lid van de tweede generatie na de Tweede Wereldoorlog, aan de keukentafel van mijn inmiddels 87-jarige grootmoeder.
En wat te denken van thema’s als overbevolking, de opwarming van de aarde en de verdergaande tweedeling tussen arm en rijk? Het gepolariseerde Nederland beleefde ontoevallig het warmste jaar sinds eeuwen terwijl honderdduizenden – politieke én economische – (boot)vluchtelingen het Europese continent, meer dan eens tevergeefs, probeerden te bereiken. Een (angst)visioen werd daarmee werkelijkheid, een echte oplossing is er niet.
En stiekem vinden we dat ook wel prima zo.
Christelijke waarden als broederliefde, rentmeesterschap en eerlijk delen heeft voor de meesten namelijk een beperkte, selectieve geldigheid. Eigen huis en haard verdedigen we met man en macht, maar laat de buurman zijn eigen problemen maar oplossen, om nog maar te zwijgen van de sores van oorlogsslachtoffers en minderbedeelden aan de andere kant van de wereld. We kijken niet verder dan onze neus lang is, en wat niet aan de horizon verschijnt, bestaat niet. En als we dan onverhoopt toch een keer met wat ongemakkelijks geconfronteerd worden (een zwerver, zinloos geweld, discriminatie?), draaien we ons hoofd er gauw van weg.
Behalve met Kerst, natuurlijk. Dan staan we stil bij het onfortuinlijke lot van onze medemens – om het vervolgens weer even makkelijk af te gooien op de ‘eigen verantwoordelijkheid’.
Na Kerst komt nieuwjaar, Godzijdank. Dán gaan we ons leven pas écht beteren! Stoppen met roken, gezonder eten, meer gaan sporten: wij hedonisten doen het allemaal – voor zolang we het volhouden. En daar blijft het dan ook bij. Want de klimaatcrisis, mensenrechten en dierenwelzijn, daar hebben wij, doodnormale stervelingen, toch geen enkele invloed op..?
Met Kerst gaan we allemaal een beetje dood. Om vervolgens te worden herboren in een onveranderd egocentrische, hypocriete wereld.