Derde leven
Cuneo, Piëmonte, Italië.

Langzaam liep hij de koelte van het park in. Ook wij hadden de warmte van de stenen stad zojuist verruild voor deze ruime plek met hoge bomen aan de rand van het centrum. Aan zijn rechterhand rammelde een grauwgrijze oude damesfiets die al lang zijn grootste kameraad was.

Wij hadden bij een panetteria twee broodjes laten beleggen met sla, tomaat en worst. Hij had een sigaretje achteloos achter zijn oor gestoken. Nauwgezet stalde hij zijn fiets tegen een bankje. De elastieken spin over zijn bagagedrager hield een stapel lappen bij elkaar. Nadat hij zijn fiets stevig genoeg had neergezet, liep hij onvast naar de achterzijde van een van de aanwezige bemande paviljoentjes. Ik verloor hem kort uit het oog. Zijn fiets vertrouwde hij toe aan de groene omgeving. Wij begonnen aan onze gezonde lunch.

Even later kwam hij terug. In zijn linkerhand hield hij stevig een royaal stuk opengereten karton. Iemand had het blijkbaar een tweede leven gegund door er een uitgebreide plattegrond mét route op te tekenen, voorzien van een met opsommingstekens opgebouwde tekst.
Voor hém zat er nog een derde leven in. Hij vouwde het nog wat verder uit elkaar en plaatste het in de lengte op het bankje. Vervolgens werd de spin behendig van de bagagedrager gehaald. De lappen legde hij aan een van de uiteindes van het karton, maar pas nadat hij de stapel behoedzaam en aandachtig had herschikt.

Zijn fiets had hij even daarvoor tegen een ander bankje gezet. Als hij ging liggen, zou hij hem niet meer kunnen zien. Dat verbaasde me. Je zou je weinige alles toch niet uit het oog willen verliezen? Hij dacht er blijkbaar anders over en ging met zijn rug naar zijn fiets op het karton zitten. Met zijn armen ontspannen voor zich op tafel staarde hij een paar minuten leeg het park in. Het sigaretje was inmiddels verplaatst van achter zijn oor naar zijn linker mondhoek. Het hing er troosteloos bij.

Ergens moest hij een vuurtje hebben, maar hij wist niet meer waar. Hij stond gebogen op en speurde een voor een zijn zakken af. Het zoeken duurde kort. Een paar tellen later kronkelde er tevreden een pluimpje rook naar boven. Toen zijn rookmoment geweest was, stond hij op om het uitgedoofde peukje in de dichtstbijzijnde prullenbak te gooien.

Ondertussen had er vanaf een afstandje een klein vadsig mannetje met schuin hoofd naar hem staan kijken. Hij hield een heel klein harig wit hondje aan een lange lijn. Zowel de man als het hondje waren loom van de warmte, zo was te zien aan hun lusteloze houding. Toen ‘ons’ mannetje terugkwam van de prullenbak, liep het honde-mannetje naar hem toe en begon ineens druk te gebaren. Hij wees naar door anderen achtergelaten rotzooi op de grond. Ook wees hij naar de prullenbak. Het leek erop dat hij de man op het bankje onterecht verweet rommel gemaakt te hebben en die niet te hebben opgeruimd. Tevens deed hij een zeer dringend verzoek om dat alsnog te doen. Het daarbij opgestoken pafferige vingertje verraadde een sanctie als hij het zou nalaten.

Het antwoord van ons mannetje was aanvankelijk ontkennend, gezien zijn schouderophalen. Toch maakte hij na enig aarzelen een andere keuze. Hij stond op en pakte traag de meeste rommel bij elkaar, sjokte naar de prullenbak waar hij zojuist al zijn peukje had ingepiekt, en gooide het weg. Goedkeurend knikkend en zichtbaar zelfvoldaan liep het honde-mannetje verder, zijn harige metgezelletje vier meter achter zich.

Nu hij weer alleen was nestelde hij zich voorzichtig met zijn linkerzij op het karton, de stapel lappen als hoofdkussen. Zijn stramme rechterarm vleide hij op de tafel. Een royale zucht was goed zichtbaar. Pas toen viel hij in een diepe onbekommerde slaap.

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Cas van Gelderen (1969) komt van oorsprong uit Krimpen aan den IJssel en woont sinds 1990 in Venlo. Hij studeerde Logistiek Management aan de Vervoersacademie en werkte 17 jaar bij Rabobank en ABN Amro. Hij is sinds 2014 eigenaar van Van Gelderen Wijn, en werd in 2017 Registervinoloog.

2 reacties

Reageren