Het is zo rond de jaarwisseling dat de cyclische contouren van onze tijdsbeleving het duidelijkst zichtbaar zijn. Niet alleen barst de decembermaand van de jaarlijks terugkerende feesten en tradities, het is ook letterlijk het moment waarop de balans wordt opgemaakt en de teller weer op nul wordt gezet. In deze plooi van onze tijdsbeleving wordt alles weer terug in de plooi gebracht; zo kan het circus daarna weer vrolijk doorgaan.

Het is ook het jaarlijks terugkerende moment van retrospectie. We blikken collectief terug op de afgelopen twaalf maanden en proberen in krachtige oneliners mooie bespiegelingen te geven op het jaar dat verstreken is. Ik denk rond deze tijdsrimpeling echter juist veel na over de tijd zelf. In plaats van het voorbije jaar door de mangel te halen, beschouw ik dan ook liever het fenomeen, en dan vooral onze verhouding ertoe. 

Ieder jaar weer word ik me er namelijk opnieuw van bewust hoe onze drukke decemberagenda’s ons dwingen onze opwachting te maken bij allerlei gezelschappen en diverse gelegenheden, ongeacht of we daar op dat moment zin in hebben. Het is deze maand bij uitstek die demonstreert hoe we leven naar en geleefd worden door de kloktijd, zodanig zelfs dat we daardoor soms aan onszelf en aan onze eigen, innerlijke tijd voorbij gaan. Want we beschikken niet alleen over tijd, we zijn ook tijd, zoals filosoof Henri Bergson het mooi verwoordde. Deze innerlijke tijd valt echter niet in uren of minuten uit te drukken en kan überhaupt moeilijk langs de meetlat worden gelegd. Het is de tijd die altijd rustig en ongestoord rondom ons voortkabbelt en die zich onafhankelijk voortbeweegt van de kloktijd, die niet meer is dan een uit de negentiende eeuw stammende sociale afspraak.

Filmstill uit ‘As above so below’ (Renée Verberne & Roos van den Oetelaar)

Niet alleen de mensen om me heen zie ik gebukt gaan onder het juk van de tijd, zelf ben ik aan het einde van december vaak ook aan het eind van mijn Latijn. Lange tijd heb ik me afgevraagd hoe het komt dat dit toch ieder jaar weer gebeurt. Ik vind het immers leuk om bij alle feestjes aanwezig te zijn, mijn dierbaren met mooie cadeaus te verrassen en om voor etentjes uren te staan kokkerellen. Wat me echter opbreekt, is de overkill aan afspraken verankerd in de tijd, die december en begin januari met zich meebrengen. Het is in deze vouw des tijds dat alles zich opstapelt, zoals ook stof zich het liefst ophoopt in plooien. Sinterklaas, verjaardagen, Kerstmis, Oud en Nieuw en alle borrels en ontmoetingen die daar rondom plaatsvinden, zorgen ervoor dat iedereen op gezette tijden ergens moet zijn en maken het wel heel moeilijk om er nog een eigen tijd op na te houden. Hierdoor drijf ik ieder jaar weer ver weg van mijn innerlijke tijd; een tijd die niet veel met een kwantitatief tellen, maar veel meer met een kwalitatief gevoel van leven te maken heeft. In december is de tijd een keurslijf en moet je wel erg sterk in je schoenen staan om je daar aan te kunnen ontworstelen. 

Ieder jaar opnieuw neem ik me dan ook voor om meer échte tijd met mezelf door te brengen door een wandeling in het bos te maken, te gaan fotograferen of middels een onderonsje met een fijn leesboek. Tijdens dergelijke ‘poosjes’ kan ik dan, als ware ik Alice in Wonderland, door de kloktijd heen breken en in een rijkere, stillere tijd vallen, die meer zindert en aandachtiger in en om me heen aanwezig is. Er komt dan ook vaak meer ruimte voor gedachten, ideeën, droombeelden en inzichten. Ik kan me op die momenten weer helemaal opladen en lijk naderhand energieker te zijn dan ervoor, alsof deze tijd voedzamer is voor mijn geest. Vroeg of laat dringt de kloktijd zich echter altijd weer aan me op; het is nu eenmaal de tijd waarmee de wereld is ingericht. Dat is niet erg, we hebben er namelijk nogal veel aan, maar het is wel jammer dat deze tijd zo overheersend is in onze wereld. 

Het is juist deze periode die me zo bewust maakt van deze andere tijd en van mijn verlangen ernaar. Deze tijd die me niet meesleurt naar allerlei verplichtingen, maar die me met stilte omhult en de ruimte geeft om naar mezelf te kunnen luisteren. Die me als een fijne droom naar een nieuwe wereld met fascinerende gewaarwordingen leidt. Een tijd die stilstaat, geen haast kent en waar niets moet. Waar tijd is voor bespiegeling. Een tijd waar wonderen de wereld nog niet uit zijn.

Dit wil ik delen!

AUTEUR

Renée Verberne (1988) studeerde kunst en filosofie en houdt zich als kunstenaar, schrijver en creatief ondernemer bezig met uiteenlopende projecten. Haar beeldende werk bestaat voornamelijk uit foto’s, video’s, performances en installaties. In haar beelden en teksten onderzoekt ze de relatie tussen mens en natuur, het onbehagen van de moderne mens en de mogelijkheden voor een duurzamere samenleving.

Reageren